De 9 beste tips voor biologisch moestuinieren
Gelukkig worden we met z’n allen steeds bewuster van biologisch eten. Minder – of liever geen – bestrijdingsmiddelen in ons eten! Als je een stukje grond tot je beschikking hebt en je de groene kriebels krijgt of al lang hebt gekregen, is het aanleggen van een biologische moestuin dan eigenlijk niet meer dan logisch! Maar hoe begin je? En waar moet je rekening mee houden? In deze blog de 9 beste tips voor de biologisch moestuinieren.
Droom je van een tuin met een botanische sfeer? Bij KARWEI vind je inspirerende stylingtips en leuke DIY projecten om zelf mee aan de slag te gaan. Zo vond ik op de pagina met tuininspiratie van KARWEI een hele toffe DIY houten plantentrolley en een plan om zelf een kweekbak te maken. Perfect natuurlijk wanneer je aan de slag gaat met je eigen biologische moestuin!
Tip 1 – Kies voor biologische tuinaarde
Toen wij onze moestuin een serieuze doorstart gaven enkele jaren geleden, zijn we op zoek gegaan naar biologische tuinaarde. Want hoe biologisch je zaden en plantjes ook mogen zijn, als je tuiniert op tuinaarde uit de reguliere tuincentra of klusmarkten heb je grote kans op chemicaliën. Wij hebben een paar kuub laten bezorgen van het merk Bio-Kultura.
Tip 2 – Voeding & Bemesting
De basis is gelegd: biologische tuinaarde; boordevol gezonde voedingsmiddelen voor je bio tuintje! Je groente neemt tijdens het groeien niet alleen water uit de grond op, maar ook onder andere mineralen en spoorelementen. Dat moet weer aangevuld worden, anders put de grond uit. Goede bodemvoeding is dus van onmisbaar belang voor sterke gewassen, ieder jaar opnieuw. En sterke groente, fruitbomen en- struiken en kruiden zijn minder vatbaar voor ziektes.
Te zure bodem voorkomen
De bodem van een (moes)tuin is vaak te zuur door bovengenoemde uitputting. Bepaal de juiste zuurgraad met een bodemtest van bijvoorbeeld ECOstyle. Voldoende kalk in de bodem zorgt voor verhoging van de ph-waarde.
Humus
Daarnaast is een goede bodemstructuur afhankelijk van humus (het eindresultaat van compostering). Humus zorgt er onder andere voor dat je planten de benodigde voedingstoffen en vocht binnenkrijgen. Het zorgt voor zuurstof in de bodem, voor bodemorganismen; allemaal belangrijk voor de uiteindelijke voedingswaarde (en smaak!) van je gewassen! Humus is dus een onmisbare basisvoeding voor je bodem. Water alleen volstaat niet! Onervaren tuinders scheppen de compost heel diep door de grond. Niet doen! Bovenop de grond of desnoods een klein beetje door de bovenlaag harken is voldoende.
Groenbemesting
Je kunt ook gebruikmaken van de zogenaamde ‘groenbemesting’. Zaai op een braakliggend stuk grond Lupine (wit of geel) moster (geel), boekweit, phacalia, wikke of serradella. Geniet van de groei en bloei en laat de planten vervolgens afsterven.
Stikstofbemesting
Snelgroeiende planten hebben stikstof nodig. Een makkelijke en goedkope bron is huisgebrouwen brandnetelgier. Het stikstof dat vrijkomt in dit brouwsel dient als goeie bijbemesting. Voor 5 liter water heb je ongeveer een pond verse brandnetels nodig. Roer 14 dagen lang iedere dag in dit mengsel. Het zal gaan leven (gisten). Zet het brouwsel daarom wel op een strategische plek in verband met de geur. Zeef het de brandnetelgier en verdun 10 keer. Giet dit bij de voet van je gewas.
Kunstmest is een no go
Het spreekt voor zich dat kunstmest geen plek heeft in de biologische moestuin. (Biologische) oude/droge paarden- of kippenmest is dan een veel betere optie. En kant en klare bemesting uit de biowinkel uiteraard ook!
Tip 3 – Zaden & Planten
Als je biologisch tuiniert kies je op basis van het klimaat, het seizoen en de bodem de gewassen die je wilt verbouwen. Gewassen die namelijk in hun natuurlijke omgeving groeien hebben minder kans op ziektes.
Zaaien
Als je vanaf scratch begint, begin je met zaaien. De Bolster en Vreeken’s zijn twee bekende namen in in de biologische moestuinwereld. (Ik zaai liever niet in potgrond omdat daar gebruik wordt gemaakt van veen; en dat is niet erg duurzaam.) Tuinaarde met compost of alleen compost is een prima alternatief.
Pootplantjes
Soms is het makkelijker of sneller om pootplantjes te kopen in plaats van te zaaien. En sommige gewassen (fruitbomen en -struiken) lenen zich sowieso niet goed voor zaaien. Gelukkig zijn er steeds meer biologische kwekerijen, dus waarschijnlijk ook bij jou in de buurt!
Zelf zaad opvangen
Je kunt natuurlijk zelf zaad opvangen na het oogsten. Ik heb dit gedaan met o.a. bonen, courgette, komkommer, tomaat, pompoen, salie en bieslook. Bedenk wel dat je zaden tijdens de bevruchting ook met stuifmeel van andere planten in aanraking kunnen komen. Dit kan resulteren in een afwijkende oogst het jaar erop. Wil je zeker zijn van een goeie oogst, dan kan je naast je eigen zadenexperiment ook voor de zekerheid officieel zaad gebruiken.
Tip 4 – Bestrijding of aantrekken van dieren
Vlinders, bijen, vogels en insecten willen we vooral wel in de tuin hebben! Ze zorgen voor een mooi plaatje, maar ook voor bijvoorbeeld bevruchting en een gezonde bodem. En wat dacht je van een egel die de slakkenstand binnen de perken houdt?
Insectenhotel
Zorg daarom voor een insecten- of bijenhotel, een vlinderkast, planten die vlinders en bijen aantrekken en een rustige beschutte plek voor egels. Lieveheersbeestjes zijn van harte welkom in je tuin: ze eten luizen op. Zo krijgen nuttige dieren en insecten de ruimte in jouw moestuin om hun vlijtige werk te doen.
Natuurlijke oplossingen
Maar sommige dieren en insecten ben je liever kwijt dan rijk. Slakken of luizen kunnen voor behoorlijk wat overlast zorgen. Zorg voor natuurlijke oplossingen, en houd de chemische bestrijdingsmiddelen buiten de deur.
Slakken houd je tegen met een strook scherp zand om je moestuin, of door een strook koper rondom je moestuinbakken. Sommige mensen lokken slakken met bier. Het verdrinken van slakken is ook een populaire tip, maar dat vind ik persoonlijk niet de meest diervriendelijke oplossing.
Luis en spint kan je bestrijden met brandnetelthee. Tien brandnetelplanten en anderhalf liter (koud) water laat je ongeveer vijf dagen trekken. Spuit het goedje over het gewas. Je kunt dit ook preventief gebruiken.
Tip 5 – Combinatieteelt
Sommige gewassen hebben goede invloed op elkaar, andere juist niet. In moestuinland worden dit ook wel ‘goede en slechte buren’ genoemd, of in één woord: combinatieteelt. Goeie buren zorgen dat ze aan de andere plant geven wa het nodig heeft of zorgen voor bescherming tegen ziektes of schadelijke insecten.
Plant dus niet lukraak gewassen naast elkaar; zorg voor combinatieteelt. Een hele bekende is het zaaien van wortel en ui naast elkaar. De wortelvlieg en de uienvlieg verjagen elkaar namelijk. Zo worden ze door hun buurman (of –vrouw) beschermd tegen hun persoonlijke belager.
Tip 6 – Duurzaamheid
Een biologische moestuinder is in de meeste gevallen ook zeer te porren voor duurzaamheid. Yes!
Bespaar op watergebruik
Bespaar bijvoorbeeld op je watergebruik door de bodem zoveel mogelijk te bedekken. Dit kan door kokosschillen, bodembedekkende planten, etc. De grond verdampt minder snel.
Daarnaast maken we sommige planten te lui door te vaak wateren. Beter één keer goed dan enkele malen te oppervlakkig. De wortel van de courgette bijvoorbeeld kan enorm lang worden, net zolang tot de courgette voldoende water vindt. Maar dat doet deze plant alleen als hij niet lui wordt gemaakt. Deze hoef jij dus amper te bewateren!
Zorg uiteraard voor een regenton, want in Nederland zijn we verzekerd van voldoende hemelwater in bepaalde seizoenen! Als je je planten water geeft, doe dit indien mogelijk ’s morgensvroeg. De bodem is dan meer afgekoeld dan ’s avonds, wat minder verdamping geeft ten opzichte van ’s avonds.
Hergebruiken van materialen
Hergebruik wat je tuin je geeft: bamboestokken om je bonen tegenop te laten groeien. Een bamboevlechtwerk dat je erwten of andere klimmers houvast biedt. Gebruik gesnoeide takken om er een omheining van te vlechten. Snoei- en tuinafval gebruik je voor de composthoop.
Ik word altijd enorm blij van het recyclen op deze manier. En je kunt in veel gevallen ook nog ’s je creativiteit de vrije loop laten!
Tip 7 – Wisselteelt
Om een gezonde bodem te houden (zie punt twee) is het toepassen van wisselteelt, ook wel vruchtwisseling genoemd, van groot belang. Dat betekent dat elk bed ieder jaar een ander gewas heeft. Natuurlijke vijanden van bepaalde gewassen krijgen hierdoor weinig gelegenheid zich te settelen. Daarnaast wordt er door deze wissel optimaal gebruik gemaakt van de bodemstoffen. Ieder gewas haalt namelijk zijn eigen voedingscombinatie uit de grond. D
Door wisselteelt toe te passen voorkom je overmatige uitputting van een bepaalde voedingsstof.
Handige indeling
Deel je bedden in op basis van plantfamilies/hoofdgroepen. Dat is handig, omdat iedere groep zijn eigen voedingseisen heeft.
- aardappels
- bladgroenten (andijvie, peterselie, postelein, prei, radicchio, selderij, sla, snijbiet, spinazie)
- koolsoorten
- vruchtgewassen (aardbei, aubergine, courgette, komkommer, meloen, paprika, tomaat)
- wortelgewassen (aardpeer, knolselderij, koolraap, bietjes, pastinaak, schorseneer, worteltjes, rammenas)
- peulgewassen (alle bonen en erwten)
- vaste gewassen (asperge, artisjok, rabarber, venkel)
Maak en bewaar een schema zodat je weet wat je waar hebt verbouwd de afgelopen jaren.
Tip 8 – Bewaren van je oogst
Het oogsten van je noeste arbeid: such a joy! Een zojuist geoogste maaltijd op je bord: het kan bijna niet mooier!
En hoe verser, hoe beter natuurlijk. Maar een moestuin brengt hopelijk meer op dan je op dat moment kunt consumeren. Dat geeft jou de gelegenheid een voorraad voor de komende maanden aan te leggen!
- Het inmaken/fermenteren is weer helemaal hip gelukkig. En ook nog ’s heel erg makkelijk en gezond!
- Vries rauwe of geblancheerde groente of fruit in.
- Maak fruitjam of -saus of appelcompote. Een super treat in de koude wintermaanden.
- Veel kruiden kan je drogen en zijn dan een heerlijke aanvulling in je kruidenrek.
- Wortelgewassen kan je inkuilen: ze blijven soms wel vijf maanden houdbaar. Hoe doe je dit? Verwijder het groenloof. Vul een kist of bak tot halverwege met licht vochtig scherp of metselzand. Leg hierop de wortelgewassen en bedek vervolgens weer met een laagje licht vochtig zand. Bewaar de kist op een donkere, koele plek.
Tip 9 – Learning by doing
We leren met vallen en opstaan. Dus wees niet ontmoedigd als het niet zo uitpakt als je had gehoopt. Er valt zoveel te leren en ontdekken bij het moestuinieren. Een ervan is leren van je fouten. That’s life, right?
Mijn (moes)tuin leert me iedere keer weer belangrijke levenslessen. Door veel uit te proberen, door af te kijken bij andere tuinders en door erover te lezen snap ik steeds meer over de werking van de natuur in m’n eigen achtertuin. Voorbereiding is het halve werk, ook wat je moestuin betreft. Dus neem de tijd om je in te lezen en voor te bereiden voordat je daadwerkelijk aan de slag gaat.
Mijn moestuin geeft me naast de benodigde inspanning ook een hoop lol, vervulling, besparing en ladingen fantastische vitamines en mineralen! Blijf genieten van je zelf verbouwde (h)eerlijke groente en fruit!
Liefs Jessica
Volgen jullie Eat.Pure.Love al op social media? Het lijkt ons leuk om jullie daar ook te zien!
Facebook | Instagram | Twitter | Pinterest | YouTube | Bloglovin’
Leuke tips. Heel erg interessant.
Hoi, wat een leuke site. Ik heb net een stukje grond gehuurd en ben aan het kijken hoe ik moet beginnen. Inmiddels van jou al heel wat tips gekregen.
Bedank en ik spreek je vast nog wel.
Elsloekie
Graag ontvang ik de nieuwsbrief
leuk om te lezen voor een beginnende moestuinder